< vorige  | volgende > |  INDEX  |   🔍

PLANTEKENINGEN

Maanbrein

Perry Rhodan – de grootste science-fiction avonturenreeks in Nederland en België


Ruimteschip van de Widders - ELMER VILLON (PR1479)


In het jaar 1000 werd de handelsvloot van de Springers in opdracht van het 'SYSTEEM' uitgerust met nieuwe transportschepen die de leemte in de categorie middelzware schepen moesten vullen. Er werden in totaal 200 van deze middelzware vrachtschepen gemaakt; een er van viel in het jaar 1123 NGT in handen van WIDDER. Dit schip (hier gepresenteerd) werd diepgaand opgeknapt en omgebouwd waarna het ten dienste werd gesteld van de vrijheidsstrijders. Het werd genoemd naar een beroemde verzetsstrijder die vooral actief was aan het einde van de zevende, begin achtste eeuw NGT: ELMER VILLON.

Bij het ombouwen van het schip werd vooral aandacht geschonken aan de offensieve bewapening; het schip kreeg desintegratie-, transform- en 2 ATG-irregulatorkanonnen. De defensieve bewapening bestond uit de gebruikelijke beveiligingsschermen, een zeer geperfectioneerde virtual-imager en een speciaal ontwikkelde 'contra-computervirussoftware' waardoor ook een vlucht door de binnenste viruswal mogelijk was. Op de afbeelding hier is de ELMER VILLON te zien vlak nadat er iets is geëxplodeerd bij de projectors van de paratronschermen. Zoals in zulke gevallen gebruikelijk is werd het schip geëvacueerd met behulp van reddingsmodulen.


Design © Walter Hellekamps, Christoph Anczykowski, Gregor Sedlag, Bern Held, Andre Höller e.a.

Tekening en tekst © Walter Hellekamps

© VPM Verlagsunion Pabel Moewig KG, D-76413 Rastatt



Algemeen:

Lengte 213 meter, hoogte 56 meter, breedte 68 meter, bemanning 62 personen (clan), bij kortdurende vluchten tot 900 personen (vooral bij reddingsacties), sloepen: 2 space-jets, 4 reddingsmodulen met een eigen, tamelijk zwakke motor.

Technische gegevens:

  1. ATG-irregulator-moduul in stand-by positie. Pas als er alarm wordt geslagen draait de afdekplaat naar beneden en komt het kanon vrij. Het tweede kanon bevindt zich op de achtersteven tussen de twee motorblokken. Het moduul is ontwikkeld door deskundigen van WIDDER, die de irregulatorstraler van de orbiters combineerden met een mini-ATG. Wordt ook kortweg ATG of Cantaro-ARG-flitser genoemd.
  2. Virtual-imager, de absorptie van eigen energie ligt in de buurt van 100%, de projectiedichtheid in de buurt van 98 %.
  3. Metagraaf-motor.
  4. Verschillende tast- en scannerunits voor de verkenning van planeten, rechts boven een van de twee boegkanonnen.
  5. Parkeerdok voor woon- en reddingsmoduul met verschillende aansluitingen, verbindingsdeuren etc.
  6. Zogenaamd woonmoduul, eigenlijk gebouwd als reddingsmoduul. Behalve de hutten van de vaste bemanning bevinden zich in deze modulen ook de syntron-databanken met 'gevoelige' inhoud die niet in handen van het SYSTEEM mogen vallen.
  7. Technische systemen van de laadruimte: projectors van tractiestralen, zenders van geleidestralen voor naderende schepen en volautomatische laad- en losinstallaties. Daaronder zijn een kanon en een van de remmotoren zichtbaar.
  8. Parkeerdok voor diverse modulen.
  9. Commandomoduul, hier losgekoppeld. Als het gevaar is geweken kan het moduul terugkeren naar het schip. In geval van nood kan de 'rest'-syntron van de ELMER VILLON de leiding van het schip overnemen. In dat geval is de redding van het schip het belangrijkste doel.
  10. Boven: hypertroopaggregaat, de aftappool en de er onder liggende transformatiebanken zijn duidelijk te zien.
  11. Rechts: laadruimte die onder de machine-afdelingen doorloopt tot de afdeling met de motoren in de achtersteven. Kan gemakkelijk worden omgevormd in passagiersruimte.
  12. Links: een van de drukabsorbeerders /zwaarte krachtopwekkers.
  13. Lanceerinstallatie voor sondes en raketten; een later toegevoegd moduul.
  14. Links: Nugas-reactor. De eigenlijke cilindervormige kern van de reactor kan in geval van nood worden afgestoten. Rechts: gravitraafreservoir en energieverdelers.
  15. Space-jet (30 meter) in buitendok tijdens het afkoppelen.
  16. Buitendokinstallatie voor nr. 15. Behalve de gravomechanische verankering zijn ook de flexibele sluistunnel en de verzorgingsunit te zien. In de buurt van het dok bevinden zich de hutten van de bemanningsleden van de sloepen, werkplaatsen en laboratoria.
  17. Machinekamers met LEH-systemen en diverse subsystemen van de motorensectie.
  18. Antennecomplex voor normaalradio en hypercom. Lange-afstandspeilsystemen.
  19. Kanonnen achtersteven, bakboord.
  20. Kanonnen achtersteven, stuurboord. Zoals de andere kanonnen zijn ze later ingebouwd in het schip waardoor de bewapening een rommelige indruk maakt omdat bouwelementen van verschillende schepen werden gebruikt.
  21. Binnenstroom-gravojetmotor voor vluchten in atmosfeer.
  22. Generatormoduul voor beveiligingsschermen: in het voorste gedeelte bevindt zich een zogenaamde vreemde-energietransformator die de op de beveiligingsschermen vallende energie omzet in een vorm die kan worden opgeslagen in de gravitraaf. Het middelste deel bevat de projectors van het HO-scherm, het achterste deel die van het 6 voudige paratronscherm.